• check mark icon
    Dé ontmoetingsplek voor ouders, leerkrachten en andere professionals
  • check mark icon
    Vergelijk basisscholen en kinderopvang
  • check mark icon
    Lekkere en gezonde kinderrecepten
  • check mark icon
    Leuke activiteiten en dagjes uit
  • check mark icon
    Lees en leer met onze Opgroeiblog en kennisbank

De volgende dag kwam de bazin weer enbegon weer te knippen met een kleinere schaar en wat een prachtig helder water in die goot bij de beek. En daarvoor lagen wat bladeren van een waterlelie. In de kleine hersentjes van Macvis rijpte een plan.

Een beetje uit het water springen kon hij wel. En als hij dat nou eens van dat blad zou proberen?

Macvis is een goudwinde maar in de vijver zwemmen ook goudvissen. Die zijn wat trager en bedachtzamer. Eén van die goudvissen zag wat er zich in dat koppie van Macvis omging en schudde nadenkend de kop en liet haar mooie staart flink uitwaaieren. Ja hoor, dacht Macvis, je bent wel prachtig met die staart, maar een beetje saai.

Hij kwam nog een andere goudwinde tegen, maar die had het te druk met kunstjes in het water maken en zag Macvis niet eens.

En plotseling maakte Macvis een reuze spurt in het water, over een waterlelie blad heen en daar belandde hij op de eerste etage van de beek. Het water daar stroomde hard naar beneden, maar Macvis gooide de kop omhoog en toen was hij zomaar omhoog op de tweede verdieping. Sjonge, nu had hij zijn eigen vijvertje met zijn eigen luchtbelletjes. Nou dat was dolle pret. Totdat hij merkte dat hij nergens heen kon. Hij duwde steeds zijn kop in de belletjes, maar er gebeurde verder niets en… er was ook niets te eten! Het zou wel leuk zijn met twee visjes, maar er kwam niemand bij…

Toen kwamen er ineens twee grote handen en die stuurden hem weer naar beneden, naar de vijver. “Hé,” zei Oma, “dacht je dat je een forel was? Je bent maar een gewone goudwinde, hoor!”

Helemaal beduusd zwom Macvis nog een poosje rond en toen knabbelde hij maar wat aan een waterplant. Had nou niemand gezien dat hij helemaal de beek was opgezwommen? Ja toch, een kleine goudwinde zwom langs en keek hem echt bewonderend aan.

Het duurde twee dagen voordat de drang vanbinnen toch weer te groot werd. En daar ging hij weer, die Macvis. Maar wat hij ook probeerde, hij kwam toch niet hoger dan de vorige keer. En notabene, daar kwam die bemoeizuchtige Oma weer met haar lelijke handen en weer kwam hij terug in de vijver. Maar nu was er toch een hele school goudwindes die hem bewonderend aankeken. De goudvissen lieten hem links liggen. Vonden hem een uitslover. De vijver was toch goed? Ze hadden net weer wat water uit de regenton gekregen en daar zaten lekkere beestjes in. Daar werd je groot en vet van en daar ging het toch om?

Macvis zwom eens om de watermeermin heen en hoorde toen haar zachte stem: “Macvisje, wat doe je toch? Ben je niet tevreden met lekker rondzwemmen? Ik ben jaloers op jou, want ik zit hier maar op die steen en ik zou zo graag eens rondzwemmen. Maar Oma zegt dat ik dan kapot ga. Ik ben wel eens per ongeluk in de vijver terechtgekomen en het kostte Oma veel moeite om mij weer op te vissen, want ik kon helemaal niet zwemmen en was helemaal naar de bodem gezakt. Ik kan ook niet tegen de winter en dan mag ik in de serre staan en naar buiten kijken.”

Het begon ineens hard te regenen. “Ha, lekker zei de meermin. Maar weet je, er staat ook nog een stenen meisje, Lijsje, in de tuin. En die vindt de regen helemaal niet fijn, want dan wordt haar boekje nat en dan kan ze niet tekenen en dat vindt ze nou juist zo leuk.”

Nou, Macvis vond de regen ook wel fijn. Dan waren er overal in de vijver van die leuke belletjes. En de meermin was misschien wel een beetje zielig, maar ze kon wel veel verder kijken dan hij. En als hij toch nog een keertje de beek op zwom? Kon hij dan ook verder kijken? En die oma paste toch goed op de vijver, dus ze zou hem wel weer naar beneden sturen als hij het zelf niet kon.
Daar kwam de bruine kikker naast de meermin zitten. Die sprong altijd weer in de vijver als Oma er aan kwam.

Nou, ik ga eerst maar weer eens met mijn vriendjes spelen en nog maar eens wat eten. Daar werd je toch groot en sterk van en dan…Raar hoor, je hoefde helemaal niet bang te zijn voor haar. Alleen haar handen waren wel een beetje eng.

Ja, ik doe het weer…. sprong, spartel naar boven en ik ben weer in mijn eigen vijvertje. Nou nog hoger, dan kan ik Lijsje misschien wel zien. Maar mijn snoet wil steeds weer in de belletjes…

Oma dacht: “Ha, nou heb ik je en ik ga eerst mijn camera’s pakken. Eén voor de film en één voor de foto’s, blijf jij maar even mooi in je eigen mini vijvertje.”

En Oma maakte foto’s van Macvisje in het vijvertje en toen nog een film, maar ja, toen kreeg ze toch weer meelij met Macvisje die niet verder omhoog kon en ook niet terug, want zijn snoet zat helemaal in de belletjes.

Oma zette haar video camera op een standaard en zette die aan. Toen stapte ze voorzichtig door de plantjes en… ja hoor, daar kwamen die handen weer. Macvis glibberde weer naar beneden naar het eerste piepkleine vijvertje. Maar hij raakte in paniek. Omhoog, omhoog en ja hoor, daar glibberde hij weer omhoog.

Oma moest vreselijk lachen. “Wat wil jij nou goudwinde! Als jij maar blijft denken dat je een forel bent, kan ik je wel vertellen dat forellen in de pan gaan. Als je dit blijft volhouden moet ik je maar in de Berkel gooien, want daar hebben ze pas vistrappen gemaakt. Maar bedenk wel dat daar alle vissen groter zijn dan jij en vriendjes goudwinde vind je daar niet.

Oma deed haar grote handen weer in het water en gehoorzaam glibberde Macvis weer naar beneden, naar de vijver. Nou had hij nog steeds Lijsje niet gezien en nog steeds was er geen enkel vriendje meegegaan naar boven…

Zou hij het nog eens doen? We wachten af.

Nou, om een lang verhaal kort te maken… het kleine vriendje van de Macvis die hem zo bewonderde is ook op de eerste verdieping belandt, maar glibberde zelf weer naar beneden….

Dus: de goudwindes hebben nu een leuke glijbaan in de vijver.

Macvis zwom in een vijver. Goede vijver, hoor. Helder water, genoeg planten om aan te knabbelen en veel vriendjes en vriendinnetjes. Maar Macvis voelde zo’n drang van binnen, maar wat wilde hij dan?

De bazin van de vijver had een ijverige bui en met een grote schaar knipte ze en knipte ze… en wat zag Macvis? Een prachtige beek! Hij had al wel eens bij de belletjes bij de vijver rondgezwommen en dat was lekker!