Zoals ik je al vertelde ben ik gemaakt door Corrie’s vader. En in Bloemendaal werd ik voor het eerst neergezet langs de oprit bij een paar bomen. Dat was misschien niet zo’n goed idee, want met een storm waaide de boom om, bovenop mij en ik brak in tweeën.”
“Au,” zeiden Eekhoorn en Roodborst tegelijk. “Ach, ik ben van steen en Corrie’s vader had mij snel gerepareerd. Maar daar in Bloemendaalwas veel te doen. Corrie woonde daar met haar man Bart en met Pieter, Michiel en Cristel. Het huis was groot en ook de tuin. Er was ook een zwembad. Er werden veel feesten gehouden en klasse avonden”
“Wat zijn dat?” vroegen Eekhoorn en Roodborst. “Uh, ik weet niet precies: er was een hoop herrie in de garage en in het zwembad. Corrie’s vader en haar oom vierden ook hun verjaardag daar. Ze waren een tweeling. Jee, wat een boel familie daar.
Maar toen… kwam er een grote container op het erf en er werd van alles ingepakt en ik dus ook.. in een stevige krat, ja en wat er toen gebeurde weet ik natuurlijk niet. Maar heel veel later werd ik uitgepakt en in de tuin gezet. En daar was het warm!, kan je je niet voorstellen. Maar het wordt donker, volgende keer vertel ik verder…”
Nou, de volgende dag, nadat Eekhoorn en Roodborst hun buikje vol hadden gegeten van al het voer dat Corrie had opgehangen en neergelegd, waren ze al weer bij Lijsje.
“Het was daar overdag zo warm, dat Corrie er bijna niet op blote voeten over het grote terras kon lopen. Gelukkig ben ik van steen en ik stond op een mooi houten blok. En weetje wie er ook was?
Brigitte, de hond. Ook zij was in een kooi vervoerd, maar wel met het vliegtuig. Ach ja, zij kon natuurlijk niet een maand lang in een krat op de boot zitten, zoals ik. Maar ik miste Pieter en Michiel wel, die waren in Holland gebleven. Ze kwamen wel met vakantie. Cristel was er wel, die ging daar naar school. Maar de arme Brigitte moest alsmaar in de tuin blijven. Ze vertelde dat Corrie en Bart een keer met haar wilden wandelen en dat toen bij alle huizen waar ze langs kwamen grote honden heel hard stonden te blaffen; het was zo’n lawaai dat ze daarna niet meer buiten het hek durfden te komen met Brigitte. En Brigitte blafte nooit als er iemand langs kwam. Nou ja, ze was ook altijd aan de achterkant van het huis, net als ik.
En, Roodborstje, er waren hele vreemde vogels: kleine gele suikerdiefjes, grote gele troepiaals en soms kolibrie’s en kleine duifjes, die een heel droevig geluid maakten en dan… was er ineens veel herrie en dan kwam er een hele troep kleine papagaaitjes langs.
Wat later kwam er ook een klein poesje bij ons wonen. Cristel noemde haar Piew, en haha, dat betekent vlo. Maar dat kon Piew niks schelen, ze was allang blij dat ze weg was uit het dieren asiel.
En feesten waren daar ook weer. Het was bijna altijd mooi weer, dus de feesten werden buiten op het terras gehouden. Er was ook een bar buiten. Daar stond Piew haar eten altijd, want Brigitte vond kattenvoer veel lekkerder dan hondenvoer en als Piew haar eten niet op de bar stond, waar Brigitte niet bij kon, zou zij al Piew’s eten opeten.
En op die feesten kwamen veel mensen. Eén feest werd geregeld door Pieter en Michiel, die met vakantie waren op Curaçao en toen moest ik een keer stiekem lachen. Pieter had stoelen besteld, maar kennelijk konden die niet op tijd gebracht worden en toen vroeg Pieter: “En waar moet de Gouverneur dan zitten?” Nou, die Gouverneur was een hoge Piet, dus de stoelen kwamen er wel.Maar wat gebeurde toen die Gouverneur in zijn tenniskleding aan kwam wapperen? Pieter en Michiel kenden die hele man niet en ze vonden dat hij niet netjes gekleed was en wilden hem wegsturen, maar gelukkig kwam Bart er aan en die kende de Gouverneur wel!
Het is weljammer dat ik nooit die heerlijke zee zag, maar ja, ik stond vast en Brigitte en Piew kwamen daar ook nooit. Wat wel gebeurde was dat het aan mijn voeten kietelde. En toen ging Cristel ook weg en toen ineens… kwamen die inpakkers weer en toen zagen ze pas dat dat mooie stuk hout waar ik op stond van binnenuit helemaal door de witte mieren was opgegeten. Gelukkig was ik niet omgevallen, maar evengoed, ik ging weer in een krat en daar heb ik vreselijk lang ingezeten. En toen… nee, ik word daar even droevig van, morgen verder….”
Nou, dat vonden Eekhoorn en Roodborstje weljammer en de Trol ook, want die had natuurlijk meegeluisterd. Maar Eekhoorn dacht dat er zelfs een traan langs Lijsjes wangen liep, maar toen merkte hij dat het regende…
De volgende dag was het droog en Lijsje huilde niet meer en dus zaten Eekhoorn en Roodborst al klaar. En ook Trol legde zijn oor te luisteren. Roodborst was op de bar gaan zitten, want daar lag ook nog wel wat lekkers. Vol verwachting keken ze naar Lijsje.
Ze zuchtte even… “Tja, ik zat vreseliik lang opgesloten in een krat die weer in een kist stond. Toen er eindelijk werd uitgepakt merkte ik dat we weer in Nederland waren en dus moest ik weer even wennen aan de kou. Het was wel een leuk huisje en een bostuin, maar waar was Bart? lk snapte er niets van, maar uiteindelijk uit gesprekken wist ik dat Bart er niet meer was en Corrie helemaal alleen in het huisje woonde.
En nou ja, nu wonen we hier al weer zo lang en weer waren er feesten. Nog één keer vierden Corrie’s vader en zijn broer hun verjaardag hier.
En verder? Ieder jaar weer kwamen de KLUSSERS en ik weet dat Corrie daar helemaal warm van werd van binnen. En warm werd het ook van het vuur dat ze elk jaar stookten en de BBQ.
De vijver werd aangelegd, de meermin kwam daar te staan en de kikker. En ieder jaar was er genoeg voer voor de vogels en Eekhoorn!
En nu wonen we hier al weer heel lang: zou Corrie nog wel eens verhuizen en zou ze mij dan weer meenemen? En jou, Trol, ja, ik weet dat je ook geluisterd hebt. Meermin kan niets horen, want die is in het glazen huisje.
lk vind het hier eigenlijk wel fijn met jullie, laten we hier maar blijven … ook in de wínter!”
Het had gesneeuwd en Eekhoorn wipte bij Lijsje langs. Er zat een Roodborst op haar hoofd. Eekhoorn bibberde: “O, Lijsje, nu weet ik wat koud is. Hoe wist jij dat nou?” “Ach, Eekhoorn, ik ben al zo oud; zo oud zullen jij en Roodborst nooit worden”. Roodborst wipte met zijn staart en ook Eekhoorn was wat beledigd. “Weet je wat? lk zal jullie over mijn leven vertellen, wie weet wordt je daar wat warmer van.”