“Papa! Mama! Kom kíjken!!” Zo zachtjes als hij de trap was afgeslopen, zo hard stormt hij nu weer naar boven. “Sinterklaas. Is. Geweest!” stamelt hij naar adem happend, “Heul veul cadeautjes!”
“Ech? Nu awl?”, zeg ik met mijn tandenborstel nog in m’n mond. We hadden de cadeautjes achter het gordijn gezet in de hoop eerst rustig te kunnen ontbijten, maar onze kleine speurneus is ons alweer voor. “Jááá!”, gilt hij blij. En dan volgt op fluistertoon: “Misschien zit zwarte piet nog wel achter het gordijn…
Drie dagen later vullen de klanken van mijn favoriete kerstmuziek de kamer. Het is mijn vrije dag en de kinderen vermaken zich kostelijk met al hun nieuwe speelgoed (Sinterklaas had cadeautjes bij papa’s werk, de peuterspeelzaal, de gastouder, opa en oma (x2) én thuis achtergelaten). Ik ben zó goedgehumeurd dat ik besluit dat dit het moment is om samen met mijn peuter en dreumes de kerstboom op te zetten.
Dat ik dat goede humeur hard nodig heb, blijkt al zodra ik de doos openmaak. In plaats van een kerstboom waarvan je de takken in model kan vouwen, tref ik een metalen standaard, twee kale stukken stam, en een hele berg losse takken aan. Vertwijfeld werp ik een blik op mijn dochter die zojuist alle groenten uit het winkeltje in haar kinderwagen gegooid heeft. Mijn zoon staat me verwachtingsvol aan te kijken, terwijl de gebruiksaanwijzing het opbouwen van de boom als een heus ambacht omschrijft. Nadat ik – precies zoals de gebruiksaanwijzing voorschrijft – een paar stappen naar achteren heb gedaan en om het eindresultaat te bewonderen, ren ik naar boven om de dozen met kerstballen te halen. Maar nog voor ik de laatste doos op de salontafel zet, vraagt mijn zoon vlug en veel te onschuldig: “Wat is dit, mama? …Hoe heet dit?”. “Oh nee!!” roep ik uit als ik het witte poeder zie dat over de ballen, de slingers, de lichtjes en de bank verspreid ligt. “Dat is kunstsneeuw!” “Ooohh!” roept onze dochtertje verwonderd.
Terwijl mijn man en zoon nieuwsgierig toekijken trek ik het plakband van het kerstpakket dat op de salontafel staat. Ik vouw de kleppen open, en dan stoten we met zijn drieën ons hoofd als we alledrie tegelijk in de doos willen kijken. “Ooh!” roept onze zoon als hij alle witte snippers ziet. “Lekker!” roept mijn man als hij er twee biertjes uit haalt. “Moet je zien!” roep ik als ik er een blender uit haal. En als ik me na de zoveelste “aah” en “ooh” realiseer dat een kerstpakket uitpakken gewoon honderd keer zo leuk wordt als je dat samen met je kinderen doet, grist ons dochtertje een jampotje uit de doos, houdt het als een trofee boven haar hoofd en begint een ererondje door de kamer te rennen. Met een glimlach van oor tot oor roept ze uit: “Aaaaaaaaaaaaaaaaaaah!”
“Waar is papa?” vraagt onze zoon als ik het eten op tafel zet. “In de kerk, muziek maken.” zeg ik. “Huh?! Maar de lichten zijn al aan!” roept hij. “Ja, het is al donker, dat klopt. Maar het is kerstavond, en dan gaan we ’s avonds naar de kerk, want vandaag vieren we dat kindje Jezus is geboren.” Mijn peuter is er stil van. Dit is het eerste jaar dat ik het kinderkerstfeest niet zelf heb georganiseerd, en ik merk nu pas wat voor een uitdaging het is om twee kinderen veel te vroeg te laten eten, ze daarna in hun nette kleren te krijgen in plaats van in hun pyjama, en precies rond bedtijd in de kerk te zijn. Maar opa, oma, tante en nichtje zijn er ook, het kinderkerstfeest is geweldig, en dochterlief swingt bijna van mijn schoot af. En mijn peuter, die heeft heel goed opgelet, want als we een paar dagen later onze twee pasgeboren nichtjes gaan bewonderen, vraag ik: “Weet je nog hoe ze heetten?” “Euh….” “Mia en…?” “Jozef!” roept hij blij.
Ik wens ieder van u een gezegend, gezond en gelukkig 2016!