• check mark icon
    Dé ontmoetingsplek voor ouders, leerkrachten en andere professionals
  • check mark icon
    Vergelijk basisscholen en kinderopvang
  • check mark icon
    Lekkere en gezonde kinderrecepten
  • check mark icon
    Leuke activiteiten en dagjes uit
  • check mark icon
    Lees en leer met onze Opgroeiblog en kennisbank
Inhoudsopgave

Als beginnend ouder verwachtte ik dat de term peuterpubertijd overdreven was. Ik wist natuurlijk niet echt meer hoe ikzelf was als peuter, maar als puber wel. Zó erg zal die peuterpubertijd toch niet zijn? En dan heb je ook al die ouders die zeggen dat elke leeftijd zijn charmes hebben.

Vanaf de zwangerschap groei je met je kindje mee in de ontwikkelingen.Soms maakt hij weer een spurt en dan denk ik: ‘STOP! Ik houd je niet bij’. Maar gelukkig staan de ontwikkelingen ook weleens stil om vervolgens zelf ook weer te groeien naar waar mijn zoon is. Ik heb een top 10 gemaakt van onze peuterperikelen. Van onze mooie en soms ook wanhopige momenten.

10. Kind is koning

Hier komt het op neer: ‘ik wil het, ik wil het nu, en ik wil het alleen maar zó’.
Sowieso hebben kleine kinderen nog geen besef van tijd. Dus als ze iets willen, is het logisch dat ze dat dan ook meteen willen. Knuffelen terwijl je staat af te wassen, kleuren als je de was aan het vouwen bent. En natuurlijk als ze iets lekkers willen. En o wee, als je appelsap geeft in plaats van limonade. Mijn zoon eet geen korstjes, maar eraf snijden mag ik niet hoor, want dan eet hij niet meer. Op die momenten niet zo grappig, achteraf bedenk ik me dat het een goed teken is. Dat hij zijn eigen wil en grenzen aan het leren  en ontdekken is.

9. Zelluf doen

Wat kun je als moeder trots zijn als je kind iets nieuws kan. Als baby ben je trots als ze je vinger bewust pakken; zich leren om te draaien. Mijn zoon probeert momenteel álles zelf te doen. Schattig en grappig als hij zo kneuzig en geconcentreerd probeert zelf zijn zaakjes op te lossen.

8. Driftbuien

Naast de driftbuien omdat hij zijn zin niet krijgt, heeft mijn zoon ook driftbuien als hij iets zelf wil maar het niet lukt. Heb nooit geweten dat kinderen daar ook driftig door kunnen worden. Bijvoorbeeld als hij dat ene blokje per se op die manier wil stapelen of als we iets eten wat hij niet zelf op zijn lepel krijgt. Maar helpen? Nee, dat mag ik niet. Hij wil het nu, op zijn manier, en zelf doen. Soms laat ik hem maar even lekker driftig zijn. Dan krijgt hij een ingeving over hoe hij het misschien wél kan. En als ik niet mag helpen, laat ik hem ook gaan. Ik help hem herinneren dat hij kan zeggen: ‘mama helpen’. Soms komt hij op dat punt. Op andere momenten legt hij zijn speelgoed neer om dan maar wat anders te doen. Maar sommige driftbuien gaan maar door en door en door. Tegen mama’s die dat herkennen en mijzelf wil ik zeggen: ‘hou vol! Het is een fase. Ook deze dag gaat voorbij’.

7. Kleuren

Ik ben zelf erg creatief. We zitten dan ook regelmatig aan tafel. Ik doe mijn ding en mijn zoon zit te ‘keuren’. Sinds hij de stiften en pennen heeft ontdekt, zijn de potloden niet interessant meer. Die hoef ik niet meer tevoorschijn te halen, want dan krijgen we een van bovenstaande driftbuien. Ik moet, ondanks dat ik mijn eigen ding doe, ook erg alert zijn. Mijn zoontje kan niet goed lang stil blijven zitten en gaat snel aan de wandel om even de poes te aaien. En vervolgens ziet hij andere dingen die hij wel kan en wil kleuren. De witte gordijnen, de witte muur. De vloer, mama’s boeken. De billendoekjes maken een hoop schoon, maar ik heb nog steeds een originele Adeo op de muur.

Dan nu de leuke en luchtige peuterdingen:

6. Helpen

Hij wil helpen met alles. Stofzuigen, de was aanzetten, koken, opruimen. Eigenlijk alles wat hij over een poosje niet leuk meer vindt. Soms is het lastig als hij vlak voor ik de wasmachine aanzet hij de programmaknop nog een slinger geeft. En als ik ga koken, staat hij naast me bij de gootsteen, waar hij met de spullen uit het rek met schone vaat gaat spelen en die weer vies maakt. Dat neem ik voor lief. Ik vind het heerlijk om ‘samen’ te koken. Ik vind het heerlijk als hij zo trots kijkt.

5. Leren praten

Mijn zoon is ook een echte babbelaar. Oefent graag woordjes, en als hij woordjes niet kan zeggen nog dat lieve baby gebrabbel. Hele verhalen. Als hij een nieuw woordje zegt en ik dat begrijp, gaat dat koppie glimmen van trots. ‘Ik hou van jou’is ‘houjou’, omdat hij nog geen hele zinnen maakt. Hij zegt het uit zichzelf, met een dikke knuffel erbij. En ook uit het niets als hij aan tafel zit te kleuren. Zo ging hij gisteren iedereen langs. Dat zijn smeltmomenten.

4. Zingen en dansen

Mijn zoon is gek op muziek. Wij hebben in de hoek waar mijn verloofde in het weekend altijd zijn laptopspullen heeft staan, een boxset. Daar spelen we de muziek mee af. Hij duikt zelf regelmatig die hoek in ‘ziek, ziek’. Als ik dan ‘zijn’liedje aanzet, trekt hij er een stoel bij en staat met zijn kontje te schudden, zijn handje in de lucht: hij gaat op in de muziek. En in het thema van leren praten probeert hij mee te zingen. Zo staat hij ook in de kerk te zingen. En gooit hij er zo nu en dan een loejaa (halleluja) of amen uit. En dan hoor ik de reacties van mensen achter me dat dat kleine ventje zo heerlijk meedoetin de kerk.

3. Boekie eezen

Boekjes lezen is hij ook helemaal idolaat van. Hij staat ermee op en gaat ermee naar bed. ‘Boekie eezen, boekie eezen.’ Voor het slapen heeft hij het geduld om te luisteren; overdag niet. Heel frustrerend want hij wil dan wel samen een boekje lezen, maar heeft niet het geduld en de rust in z’n kont om werkelijk te luisteren. Toen ik een keer dacht: ‘nou prima, lees het dan zelf maar’, ging hij míj de boekjes voorlezen. In zijn brabbelttaal vertelt hij hele verhalen,  wijst plaatjes aan en brabbelt gezellig verder.

2. Fantasiewereld

Als hij met zijn auto’s speelt en lekker babbelt, ben ik ook zo benieuwd hoe zijn fantasiewereld in zijn koppie eruit ziet. Wat hij denkt, wat hij ziet. Ik zou zo graag willen begrijpen wat hij zegt in zijn spel. Het is heerlijk om hem zo te zien spelen en hem in zijn eigen wereld te zien zitten.

1. Sociaal

Sommige kindjes zijn heel verlegen. Ik was vroeger ook heel bang en verlegen. Ik had dan ook nooit verwacht dat mijn zoon juist heel sociaal zou zijn. Sinds hij boksen en high fives kan geven, moet iedereen dat ook weten. Bij de motorclub aan het eind van de straat brengt hij standaard een boks. Kinderen leren de vooroordelen aan. Kinderen leren hoe je naar iemand kijkt door de houding van je ouders en omgeving. Maar mijn zoon is zich daar niet bewust van. Hij is niet geintimideerd door het imago. Die grote, stoere kerels, zijn zo zacht naar hem. En hij heeft het ook als ik in de wachtkamer zit bij de huisarts. Alle andere wachtende patiënten brengt hij een boks of legt hij een boekje op schoot om samen een ‘boekie te eezen’.

Regelmatig zit ik met mijn handen in het haar met zijn aanhoudende driftbuien. Maar er zijn ook zoveel kleine momenten waar ik dankbaar en trots ben. Ik zeg ook dagelijks tegen mijn zoon als hij naar bed gaat: ‘hoe onze dag ook is geweest, ik ben altijd trots op je en ik houd altijd meer van je dan ik me kon voorstellen’.