“Mijn puber luistert niet, bevindt zich in zijn eigen wereldje en toont geen respect. Het is niet meer gezellig in huis!”
Is dit herkenbaar voor jou?
Kinderen maken in de puberteit een grote verandering door. Meestal zie je je kind al vanaf een jaar of tien veranderen.
De rijping van de hersenen speelt bij deze veranderingen een grote rol.
Weet je wat er in het brein van een puber verandert?
Dan wordt het ook duidelijker waar het typische pubergedrag vandaan komt. En hoe je hier in de opvoeding op aan kunt sluiten.
Wat je B.V. ziet is dat pubers een tijdje of geregeld hun “gezonde verstand” kwijt lijken te zijn. Ze hebben hun ouders weer nodig om bijvoorbeeld een huiswerkplanning te maken. En zich ertoe te zetten huishoudelijke taken te doen. Maar ze staan daar niet erg open voor. Dit komt omdat ze alles zelf willen doen en bepalen.
Pubers staan niet stil bij wat anderen nodig hebben. Ze hebben een heel andere beleving bij de dingen die voor jou urgent of nuttig zijn. Ze reageren bot of onverschillig als je hen vraagt om hulp of naar hun mening. Met ‘het kan mij niet schelen’, lijkt het alsof het je kind koud laat. Dat is maar schijn.
Er vinden allerlei ontwikkelingen in hun lichaam en hersenen plaats, waardoor ze ongemotiveerd kunnen overkomen en zich bovendien ook slecht aan afspraken houden. Wat voor jou als ouder van belang is, is voor een puber vaak bijzaak.
Als je weet welke ontwikkelingen er bij een puber plaats vinden, dan kan je hem/haar ook leren begrijpen en hier dus op aan sluiten in de opvoeding.
Vraag aan een puber B.V. niet: “kun je niet een beetje helpen?” Want waarschijnlijk krijg je dan geen antwoord.
WAT KAN JE WEL DOEN?
Overleg en bespreek samen, welke taken je kind op zich neemt. Pubers zijn eerder geneigd om zich aan taken te houden als zij zelf hebben kunnen aankruisen welke klussen zij op zich nemen. ation” �� 6L1