• check mark icon
    Dé ontmoetingsplek voor ouders, leerkrachten en andere professionals
  • check mark icon
    Vergelijk basisscholen en kinderopvang
  • check mark icon
    Lekkere en gezonde kinderrecepten
  • check mark icon
    Leuke activiteiten en dagjes uit
  • check mark icon
    Lees en leer met onze Opgroeiblog en kennisbank

achterkant van het werk
wrong side (of work)
Rückseite
achter insteken
through back of loop
von hinten einstechen
afgekante steek
stitch cast off
eine Masche überziehen
afglijden, afhalen
to slip
Abheben
afhechten
fasten off
Arbeit einstellen
afhechting
casting off (binding off)
fertigstellung
afkanten
to cast off (to bind off)
Abketten
afwisselend
alternate (alternately)
im Wechsel
averechte steek
purl stitch
Linke, rauhe oder krause Masche
averecht afgehaalde steek
slip stitch purlwise
Masche links abheben
breien
to knit
Stricken
breien op 2 naalden
flat knitting
offene Arbeit
breien in het rond of op 4 naalden
round knitting
geschlossene Arbeit
breinaald
knitting needle
stricknadel
breiwerk
knitting
stricken (Strickarbeit)
doorheen
through
durchziehen
draad
yarn
Garn (Faden)
draad door een of meer lussen halen
to draw through one or more loops
eine oder mehrere Schlingen abmaschen
draad over de naald (haaknaald) slaan
take yarn round needle (hook)
Faden um die Nadel schlagen
dubbel stokje
double treble (treble)
Doppelstäbchen
dubbele overhaling
slip one, knit 2 together (pass slip stitch over)
ein doppelter Überzug (1 Masche abheben, 2 Maschen zusammen stricken und die abgehobene über die gestrickte Masche ziehen)
één omslag maken
Yarn forward (yarn around (over) the needle
1 Umschlag
gekruiste steek
crossed stitch
verkreuzte Masche
gevallen steken ophalen
to pick up dropped stitches
aufheben gefallener Maschengewone overhaling
slip one, knit one pass slipped stitch over
Ein eifacher Überzug (1 Masche abheben, (1 Masche abstricken und die abgehobene über die gestrickte Masche ziehen)
goede kant van het werk
front (right) side (work)
Vorderseite
haaknaald
crochet (crochet hook)
Häkelnadel
half stokje
half-treble (half double crochet)
halbes Stäbchen
halve vaste
slip stitch
Kettmasche
herhalen vanaf
repeat from
wiederholungszeichen
hulpnaald
stitch-holder (cable needle)
Hilfsnadel
kantsteek
selvedge stitch
Randmasche
keer
times
Mal
ketting
chain
Luftmaschenkette
kopsteek
top of stitch (crochet)
kopfmasche
kruisen
to cross
Kreuzen
linkernaald
left needle
Linke Nadel
links
at the left hand edge
Links
losse (kettingsteek)
chain
Luftmasche (Kettmasche)
lus
loop
Schlinge
lus trekken
draw through a loop
Schlinge durchholen
meerderen
to increase
aufnehmen (zunhemen)
meerdering
increase
Aufnahme (Zunahme)
minderen
to decrease
abnehmen
mindering
decrease
Abnahme
motief (steek)
stitch
Muster (Stich)
naald
needle
Nadel
naald (rij) (toer)
row
Reihe
onder
under
Unter
opnemen
to pick up the loops
die Maschen wieder aufnehmen
opzetten
cast on
anschlagen
overslaan
miss a stitch (skip a stitch)
Übergebhen
recht afgehaalde steek
slip stitch knitwise
Masche rechts abheben
rechte steek
knit stitch
rechte glatte (schlichte Masche)
rechternaald
right needle
Rechte Nadel
rechts
at the right hand edge
Rechts
samen
together (stitches)
zusammen
steek
stitch
Masche
steek laten vallen
to drop one stitch
eine Masche fallen lassen
steken laten wachten
leave stitches on stitch holder
Maschen ruhen lassen
steken weer opnemen
to knit up or pick up stitches
auffassen
stokje
treble (double crochet)
Stäbchen
terugbreien
to return
zurückstricken
toer (4 naalden)
round
Runde
tot een kringetje sluiten
join into a ring
zur Runde schliessen
vaste
double crochet (single crochet)
feste Masche
verdraaide steek
twisted (crossed) stitches
verdrehte (verschränkte) Masche
voor- (achter)naad
front (back) loop (of stitch)
vorderes (hinteres) Maschenglied
voorgaande naald (rij) (toer)
previous row
Vorreihe
werk
work
Arbeit
werk keren
to turn the work
Arbeit wenden
zelfkant
selvedge
Rand (Kante)
zoom
hem
Saum

Originele link

Originele auteur: Elenea